Waarom nieuwsgierigheid in de zorg niet loont

27 februari 2025 – Karina Rongen

De verleiding van het verbodene

Het zou inmiddels algemeen bekend moeten zijn: medische dossiers van patiënten zijn strikt vertrouwelijk en mogen alleen worden ingezien door zorgprofessionals die direct betrokken zijn bij de behandeling. Toch blijkt de verleiding om “even te kijken” soms te groot, zoals weer bleek in een recente zaak bij de rechtbank Overijssel.

Na het beruchte “Barbie-debacle” – waarbij ruim tachtig ziekenhuismedewerkers ongeoorloofd in het medisch dossier van een bekende Nederlander keken – zou je verwachten dat zorgprofessionals wel beter weten. Maar blijkbaar is de les nog niet overal geleerd.

De casus: een ex-profvoetballer in de ggz

In oktober 2024 werd een bekende ex-profvoetballer opgenomen op de crisisafdeling van een ggz-instelling. Een activiteitenbegeleidster, die op dat moment ziek thuis zat, raakte hiervan op de hoogte via WhatsApp-berichten van collega’s. Vanuit huis opende zij het elektronisch patiëntendossier (EPD) van deze bekende Nederlander.

Toen zij hierop werd aangesproken, gaf de medewerkster aan dat zij wilde controleren of de patiënt al was geïnformeerd over het sportaanbod binnen de instelling – een taak die onder haar verantwoordelijkheid viel. De instelling zag dit echter als een smoes en verleende haar ontslag op staande voet, onder meer omdat zij geen andere dossiers had geraadpleegd van patiënten die in dezelfde periode waren opgenomen, terwijl zij ziek thuis zat.

Het medisch beroepsgeheim: meer dan een formaliteit

Het medisch beroepsgeheim is een van de pijlers waarop de gezondheidszorg rust. Patiënten – en zeker patiënten in een kwetsbare positie zoals in de ggz – moeten erop kunnen vertrouwen dat hun persoonlijke en medische gegevens strikt vertrouwelijk blijven.

Artikel 7:457 lid 2 BW is hierover glashelder: alleen personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst mogen het medisch dossier raadplegen, en dan nog uitsluitend voor zover de informatie noodzakelijk is voor hun werkzaamheden.

Dit geldt onder andere voor:

  • directe behandelaars;
  • personen die de behandelaars assisteren;  
  • collega’s die geraadpleegd worden voor de behandeling;
  • tijdelijke vervangers van de behandelaars.  

Het gaat hierbij altijd om de noodzakelijkheid: is de informatie echt nodig voor je eigen werkzaamheden in het kader van de behandeling? Nieuwsgierigheid is nooit een legitieme reden, ook niet als het “maar één keer” is of als je de informatie “voor jezelf houdt”.

Zeker voor kwetsbare patiëntengroepen

In deze zaak benadrukte de instelling terecht: “U bent als zorgprofessional werkzaam voor een zeer kwetsbare patiëntengroep, te weten patiënten met (ernstige) psychische problematiek. Al onze patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat er zeer zorgvuldig met hun (medische) gegevens om wordt gegaan.”

Dit geldt in het bijzonder voor mensen die in een acute psychiatrische crisissituatie verkeren en opgenomen zijn op een crisisafdeling. Hun gegevens in het EPD zijn, zoals de instelling het omschreef, “extreem privacygevoelig”.

De consequenties: ernstig maar toch onvoldoende duidelijk

Hoewel de kantonrechter oordeelde dat de medewerkster inderdaad zonder geldige reden in het EPD had gekeken, vond hij een ontslag op staande voet disproportioneel. Daarbij woog mee dat de medewerkster al 23 jaar in dienst was zonder eerdere problemen, haar leeftijd (61 jaar) het vinden van ander werk zou bemoeilijken, en zij de informatie niet met derden had gedeeld.

Maar het meest opvallende argument: de instelling had geen duidelijk beleid ten aanzien van het ongeoorloofd inzien van EPD’s. Uit het privacybeleid bleek niet welke sancties verbonden waren aan het ongeoorloofd inzien van dossiers. Bovendien hadden de interne communicaties vooral betrekking op situaties waarin medewerkers via een “noodknop” toegang kregen tot dossiers waarvoor ze geen autorisatie hadden, terwijl deze medewerkster wél geautoriseerd was.

De les voor zorgprofessionals én zorginstellingen

Voor zorgprofessionals is de les simpel: kijk nooit in een dossier tenzij het noodzakelijk is voor je werkzaamheden. Nieuwsgierigheid, hoe menselijk ook, kan je je baan kosten.

Voor zorginstellingen is de boodschap even belangrijk: zorg voor een helder sanctiebeleid. Maak expliciet welke consequenties verbonden zijn aan het ongeoorloofd inzien van dossiers, zodat medewerkers precies weten waar ze aan toe zijn en maatregelen stand houden als ze juridisch worden getoetst.

Tot slot

Het is opvallend dat in deze zaak maar liefst tien medewerkers in het dossier van de ex-profvoetballer hadden gekeken. Dit onderstreept hoe hardnekkig het ‘cultuurprobleem’ is. Hoewel de bekendheid van een patiënt de nieuwsgierigheid kan aanwakkeren, geldt het medisch beroepsgeheim voor iedereen – bekende Nederlander of niet.

Het beschermen van patiëntgegevens is meer dan het volgen van regels; het vormt de kern van het medisch beroepsgeheim en de vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en patiënt. Het bewaken van deze vertrouwelijkheid is een fundamentele professionele verantwoordelijkheid die iedere zorgprofessional elke dag opnieuw moet nemen.

Voor juridisch advies over het medisch beroepsgeheim kunt u contact met mij opnemen.

Scroll naar boven