3 december 2024 – Karina Rongen
Het doorbreken van het beroepsgeheim vereist een zorgvuldige afweging door artsen. Een recente uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg verduidelijkt wanneer artsen het beroepsgeheim mogen doorbreken. In deze zaak werd een psychiater berispt voor het afleggen van een belastende verklaring bij de politie. Het Centraal Tuchtcollege kwam hiermee tot een strenger oordeel dan het Regionaal Tuchtcollege.
De zaak in het kort
Een ggz-instelling behandelde een patiënt voor ADHD – een diagnose die later onjuist bleek. De voorgeschreven medicatie (dexamfetamine) veroorzaakte volgens de patiënt een psychose. In deze toestand pleegde hij drie ernstige levensdelicten: één op 4 mei 2019 en twee op 7 mei 2019.
Als geneesheer-directeur van de instelling legde de betreffende psychiater een belastende verklaring af bij de politie, zonder de patiënt ooit te hebben behandeld of ontmoet. Hij verklaarde onder meer dat de patiënt niet psychotisch was bij zijn terugkeer naar de instelling op 7 mei 2019.
De tuchtklacht
De patiënt diende drie klachten in:
- De psychiater schond zijn beroepsgeheim door uitspraken te doen over de psychische toestand van de patiënt;
- Hij deed een onjuiste verklaring over bloed op de handen en kleding van de patiënt;
- Hij liet na zijn onjuiste verklaringen te corrigeren.
Van ongegrond naar gegrond
Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde alle klachten ongegrond, maar het Centraal Tuchtcollege kwam tot een ander oordeel over het schenden van het beroepsgeheim. De kernvraag: was voldaan aan de vereisten om het beroepsgeheim te doorbreken?
Criteria voor doorbreken beroepsgeheim
Een arts mag het beroepsgeheim doorbreken bij een ‘conflict van plichten’ – een situatie waarbij een ander belang zwaarder weegt dan de geheimhoudingsplicht. De afweging welk belang prevaleert, ligt bij de arts zelf. Gezien de fundamentele waarde van het beroepsgeheim moet een dergelijk conflict van plichten niet lichtvaardig worden aangenomen. Bij de beoordeling of doorbreking toelaatbaar is, gelden de volgende zes criteria:
- Het is niet mogelijk toestemming te vragen dan wel te krijgen;
- De arts komt in gewetensnood als hij zijn beroepsgeheim niet doorbreekt;
- Zwijgen kan ernstige schade opleveren;
- Het doorbreken kan deze schade voorkomen;
- Het beroepsgeheim wordt zo min mogelijk geschonden;
- De arts ziet geen andere weg om het probleem op te lossen.
Het oordeel: onzorgvuldig gehandeld
In tegenstelling tot het Regionaal Tuchtcollege concludeerde het Centraal Tuchtcollege dat de psychiater niet aan deze voorwaarden voldeed. Het Regionaal Tuchtcollege redeneerde dat niet kon worden vastgesteld of de psychiater op de hoogte was van de aanhouding. Uitgaande van deze onwetendheid was de noodsituatie voor de psychiater ongewijzigd en was het vragen van toestemming aan de patiënt niet mogelijk vanwege diens vermissing.
Het Centraal Tuchtcollege kwam echter tot een ander oordeel. Op het moment van zijn verklaring was de patiënt al aangehouden – een feit dat binnen de instelling en in de media breed bekend was. Volgens het Centraal Tuchtcollege had de psychiater, ongeacht zijn bekendheid met de situatie, eerst moeten verifiëren of de patiënt was aangehouden voordat hij zijn verklaring aflegde. Deze informatie was immers essentieel voor het beoordelen van een acute noodzaak tot doorbreking van het beroepsgeheim. Een dergelijke noodzaak ontbrak na de aanhouding van de patiënt.
Extra zorgplicht als geneesheer-directeur
Het college verwees ook naar de Standaard geneesheer-directeur uit 2018. Deze standaard van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie stelt dat een geneesheer-directeur extra behoedzaam moet omgaan met het beroepsgeheim. Juist vanuit zijn functie had de psychiater dus zorgvuldiger moeten handelen.
De psychiater verscheen niet op zitting en voerde geen verweer. Hoewel niet meer ingeschreven in het BIG-register en onbereikbaar voor het college, valt hij onder het tuchtrecht omdat hij ten tijde van de gedragingen wel geregistreerd stond.
De les
Deze uitspraak illustreert een belangrijk verschil in beoordeling tussen de tuchtcolleges en verduidelijkt de voorwaarden voor het doorbreken van het beroepsgeheim. Waar het Regionaal Tuchtcollege het niet op de hoogte zijn van de aanhouding voldoende achtte, oordeelde het Centraal Tuchtcollege dat de psychiater deze informatie had moeten verifiëren voordat hij het beroepsgeheim doorbrak.
Het beroepsgeheim is een fundamenteel recht van de patiënt dat zeer zorgvuldig moet worden gewaarborgd. Zorgverleners dienen zich daarom vooraf te vergewissen van alle relevante feiten die de noodzaak tot doorbreking kunnen beïnvloeden. Win juridisch advies in voordat u met de politie spreekt, want één overhaaste verklaring kan verstrekkende gevolgen hebben. Zonder acute noodzaak is doorbreking van het beroepsgeheim niet toegestaan, zelfs niet als de politie daarom verzoekt.
Voor juridisch advies over het medisch beroepsgeheim kunt u contact met mij opnemen.